Daar gaan ze dan, de eerste vier vrijwilligers die 5 dagen lang met een rugzak vol apparatuur hun dagelijkse levensstijl gaan voorzien van meetgegevens over (ultra)fijnstof en hun positie in de stad.

vier verschillende type vrijwilligers

drie verschillende type vrijwilligers

De rugzak weegt zo’n 2 a 3 kilo en hoeft alleen gedragen te worden als men ergens naar toe gaat. Binnenskamers (thuis, in de kroeg, op het werk) kan het dus af. Aangezien de meeste mensen volgens ons recente onderzoek het grootste deel van de tijd binnenshuis vertoeven zal de belasting voor de deelnemers niet zo groot zijn. Maar we leren er wel heel veel van.

AiREAS meet in Eindhoven op zo’n 35 punten de luchtkwaliteit en op slechts 6 punten de aller kleinste deeltjes, ultrafijnstof (UFP). Maar die meetpunten hangen op vaste locaties waardoor we alleen kunnen berekenen wat de blootstelling van de bewoners en gebruikers van de stad is volgens modellen. Maar is dat wel zo nauwkeurig? UFP vertoont bijvoorbeeld een heel ander gedrag in de lucht dan de grotere delen fijnstof. Daarbij wordt fijnstof veelal lokaal geproduceerd terwijl andere soorten vervuiling elders vandaan komen of als een grote deken over de stad liggen. Kunnen we dan zomaar aannemen dat wat de meetkasten aangeven ook daadwerkelijk is wat de mensen beïnvloedt?

Een andere vraag die wij ons stellen is wat het verschil in blootstelling is binnenshuis of in de openbare ruimte. Volgens sommige onderzoeken is luchtvervuiling in de woning tot 2,5 keer zo veel als er buiten. Dat komt omdat men kookt, rookt, stookt, enz zonder soms genoeg ventilatie. Maar geldt dat ook voor een kantoorgebouw? Of een andere werkplek?

Zo is er met enige simpele maatregelen inzicht te krijgen in allerlei zaken. Zo zijn er een aantal deelnemers die dicht bij het vliegveld wonen en op de fiets of met de auto en OV naar de stad gaan. Anderen wonen dicht bij een snelweg (bijv. A2 of rondweg) of drukke verkeersader (zoals de Kennedylaan). Hoe is hun blootstelling overdag en ’s nachts? En onder welke omstandigheden, zoals het weer, vrije dagen, werkbezoek, kinderen naar school brengen en afhalen, shoppen, op de fiets, met de auto, enz.

3 type vrijwilligers:

  • Mensen die al mee hebben gedaan met het gezondheid onderzoek tussen maart en juni dit jaar. Zo kunnen gegevens vergeleken worden.
  • Mensen verbonden aan de Stad van Morgen en AiREAS die op bijzondere plekken wonen in de stad waar speciale omstandigheden worden vermoed of juist niet.
  • Mensen die in de hightech werkzaam zijn en dagelijks door de week naar hun werk gaan in de stad en weer terug naar huis in Eindhoven.

Juni is tevens een maand waarin allerlei weersverschijnselen zich voordoen die ons gedrag beïnvloeden. Een warme vrijdagavond is heerlijk om de barbecue eens aan te steken, en anders doen de buren het wel. Zaterdag de inkopen doen of met de kinderen gaan sporten, familie bezoek of de hond uitlaten in het bos. Misschien doet zich wel een inversie voor waardoor de meters ineens uitslaan en we niet eens weten waar het vandaan komt. Is het ochtendverkeer van de rondweg of de ring echt zo vies voor onze longen?

De projectleiding is in handen van TNO die wordt bijgestaan door het IRAS instituut van de Universiteit van Utrecht. AiREAS Eindhoven faciliteert het hele programma en tracht een link te leggen met de onderzoekresultaten van het vaste meetnetwerk en het gezondheid en levensstijl onderzoek van dit jaar.

En Eindhovens Dagblad kijkt en loopt mee om ons allemaal op de hoogte te houden.

De rugzakken zijn complexe systemen vol apparatuur

De rugzakken zijn complexe systemen vol apparatuur

Na alle meetrondes gedurende de maand juni, heeft TNO met IRAS de zomer nodig om de gegevens in kaart te brengen en te interpreteren voor rapportage. Ondertussen moet ook AiREAS aan de slag om een relatie te leggen met de andere 11 databases die we aan het bestuderen zijn uit de gezondheid en levensstijl onderzoeken. Het wordt dus september dit jaar voordat we met iets naar buiten kunnen komen. Maar hopelijk is het de moeite waard en ontstaan ook hier door weer allerlei leuke innovatieve impulsen die stapsgewijs onze stad en alle anderen gezond maken om in te leven en werken. Daar doen we het uiteindelijk voor.