Nadat begin 2012 de eerste doelstellingen van AiREAS duidelijk waren moesten de middelen vrijgemaakt worden uit de toch al noodlijdende fondsen van de betrokken overheden. Noodlijdend omdat de economische crisis had gezorgd dat de reeds vooruitgeplande investeringen herzien moesten worden wegens minder overheidinkomsten. Veel dossiers van de overheden hebben een lange adem gehad om tot stand te komen en de frustratie is dan ook groot als, na al die moeite, het hele dossier en de plannen weer op de schop moeten. We hebben met z’n allen een type maatschappij georganiseerd waar de bureaucratie van onderlinge controle en veelzijdige opvattingen over vooruitgang een papierwinkel van vele jaren heeft opgeleverd en een bijbehorende veel te grote overheid. Hoe goed ook een argumentatie in elkaar zit er zijn altijd wel mensen en afdelingen te vinden die er wat op tegen hebben. Zo kan een dossier eindeloos blijven circuleren zonder vooruit te komen. En als het dan uiteindelijk rond is gemaakt dan gooit een crisis weer roet in het geheel.
En dan komt er een AiREAS beweging die ook nog eens middelen wil hebben voor een geheel nieuwe aanpak. Hoe goed ook de menselijkheid van de plannen, de irritatie kan hoog oplopen als men ineens een eigen project (voor een deel) in de koelkast moet zetten omdat de prioriteiten anders komen te liggen. De vraag wordt dan al snel teruggekaatst of wij wel verantwoordelijk zijn voor onze luchtkwaliteit? “Laat Den Haag dat maar oplossen en financieren” is een veelgehoord argument. Of “de meeste vervuiling komt uit het Roergebied”. Zelf verantwoordelijkheid nemen voor gezondheid in de stad is veel abstracter dan bijvoorbeeld een straat aanleggen voor de bereikbaarheid van winkelcentra, een transferium plannen voor ruimer parkeerbeleid of tunnels graven voor verkeersstromen.
Deze voor en tegen krachten gaan allemaal werken als een dossier de gemeentelijke molen in wordt gesluisd. De bos grijze haren van Hans staan niet voor niets op zijn hoofd en regelmatig stond hij tussen twee vuren, de druk uit AiREAS en die van zijn collegas intern. Steeds werd volgehouden dat het allemaal goed ging maar in de wirwar van de ambtelijke molen is het van buitenaf moeilijk meekijken of dat allemaal ook werkelijk zo is. Het enige wat zichtbaar is zijn de uitblijvende resultaten en een dossier dat een soort spookleven leidt waar maar enkelingen een vinger achter kunnen leggen. “Het komt goed” is dan iets waar men snel vraagtekens bij zet.
Een boeiend proces, waarbij ook rekening gehouden moet worden met de structuur van onze overheid. Een ambtenaar kan aan de voorkant van innovatieve processen nog zo’n mooie co-creatie plannen maken, uiteindelijk moet het dossier toch door de mallemolen van het systeem. Het proces was opgestart door een wethouder die zich beroept op een regeerakkoord van burgerparticipatie, duurzaamheid en innovatie. Dan is er de gemeenteraad die het beleid, de projecten en investeringen moet goedkeuren. Dat kan door een redelijk open abstracte financiering af te spreken voor een bepaald lijn van investeringen, bijv onder de noemer van Living Lab of Culturele Hoofdstad, of het gebeurt per project. De wethouder kan dan meanderen tussen de afgesproken grote lijnen om vanuit het eigen beleid en verantwoordelijkheid vooruitgang te boeken.
AiREAS is een andere democratische vorm van burgerparticipatie dan de verkiezingsvorm. Bij AiREAS staat het doel vast (gezonde stad) waardoor er eigenlijk geen raadsdiscussie nodig is want menselijkheid zou boven de politieke discussie moeten staan. Zo is echter de maatschappij niet georganiseerd. Er wordt politiek gepolderd over allerlei gefragmenteerde belangen en gevolgen die voortkomen uit het oude industriele tijdperk en Thorbecke organisatie van zuilen.
De holistische aard van AiREAS omvat dan ook snel meerdere bestuursportefeuilles tegelijk. Wethouders dienen dan ook nog eens met elkaar door de bocht te kunnen gaan. Samen zorgen ze voor voldoende overtuigingskracht om de gemeenteraad mee te krijgen en de angels uit de eigen ambtelijke organisaties te halen. Dat gebeurt als je ondernemende ambtenaren en wethouders hebt die visie en praktische durf hebben om grenzen op te zoeken in beleid en eigen overtuiging.
In Eindhoven was dat het geval en wist visionaire, lange termijn georienteerde Mary-Ann Schreurs de meer praktisch georienteerde, korte termijn milieuwethouder en oud ondernemer Joost Helms mee te krijgen in de innovatieve aanpak van AiREAS. Dat was dan voor het meetsysteem om het onzichtbare zichtbaar te maken want het bredere perspectief van burgerinitiatieven moest nog vorm krijgen en sluit niet gemakkelijk aan op de heerscultuur van de huidige overheid, wat men er ook van wil maken in een gemeente-akkoord.
Na verloop van tijd bleek dit B&W (2010 – 2014) een team waarmee doorgepakt kon worden op enkele belangrijke waardengedreven fronten, vooral daar waar de ervaren Schreurs zich er hard voor maakte. Als zij dat niet deed dan bleek het vaak onmogelijk om de gemeente mee te krijgen in een burgerinitiatief. Het blijft dus allemaal mensen werk, zelfs als je een eenduidige stip op de horizon hebt.
Dodelijke vertragingen
Natuurlijk heeft AiREAS ook instrumenten om de druk op te voeren. Het lijkt dan wel of de overheid de overheersende voor of tegenstander is. Dat is natuurlijk niet zo. De twee wereld, die van duurzame menselijkheid en die van geldafhankelijkheid, botsen met elkaar. Omdat de overheid de baas is over het maatschappelijk geldkapitaal dat inzetbaar is voor vooruitgang ontstaat er een visieconflict tussen geld en mens. Dat levert niet alleen uitdagende situaties op in de overheid maar ook binnen het bedrijfsleven wanneer ineens een AiREAS ontstaat op basis van Sustainocratie. Dat zien we in de opbouw van AiREAS en de blog, zoals deze we en de vorige.
Lastiger is natuurlijk om een team bij elkaar te houden als er vertraging op vertraging te verwerken is die door deze verschillen tussen twee wereldbeelden worden veroorzaakt. Men gaat dan het geloof in de aanpak verliezen en de support wordt minder. Men komt niet meer naar een overleg, vraagt zich openlijk af of we wel in staat zijn door te pakken en boet in in passie en gedrevenheid om bij te dragen aan de processen. Kortom, als de resultaten uitblijven dreigt de groep uit elkaar te vallen.
Weer een stip plaatsen
Toen in Maart 2012 de financiering van de overheid zich maar bleef vertragen om allerlei redenen besloot ik het proces uit te dagen door een publieke aankondiging te plannen. Dit deed ik ruim van te voren zodat iedereen in de gelegenheid werd gesteld om er naartoe te leven maar toch ook de zaakjes voor elkaar te proberen te krijgen. Ik prikte een datum waarop de “meest lastige persoon” (qua agenda planning) van allen, de wethouder, ruimte had in de agenda.
Door weer een korte temijn stip op de horizon te plaatsen waar iedereen naar toe kan leven worden zaakjes weer vlot getrokken die in de la dreigen te verdwijnen. Er spelen veel belangen tegelijkertijd. De ene vertraging is veroorzaakt door legitieme hindernissen, de andere omdat mensen hun hakken in het zand zetten om allerlei motieven. Beide komen onder druk te staan omdat er weer een deadline is.
Het was Maart 2012 en medio Juni 2012 plande ik de wereldwijd aankondiging van AiREAS Daar konden de verschillende krachten mee aan de slag. Opslag was er weer levendigheid in de groep maar ook hier en daar wat zenuwachtige trekjes.
Geef een reactie