Fietstocht: Marieke van Duijn Analyse: ECN
Onderstaand traject is met een fiets en een ECN Airbox in 4 dagen afgelegd.
Fig 1 toont het traject van de Frisse Wind Tour en fig 2 laat het stofsignaal, gemeten met een ECN Airbox, zien tijdens de Frisse Wind Tour voor
PM10, (deeltjesmassa in microgram per kubieke meter van deeltjes tot 10 micrometer),
PM2,5 (deeltjesmassa voor deeltjes tot 2.5 micrometer) en
PM1 (tot 1 micrometer).
De wind kwam gedurende de hele tocht uit zuidwestelijke tot noordwestelijke richting.
We zien de gemeten waarden in fig 2. Te zien is dat PM10 gedurende grofweg drie a vier perioden boven 40 microgram per kubieke meter uitkwam.
Van de tweede piek valt op dat ook PM2.5 en PM1 een hoge waarde heeft, boven 30 microgram/meter en resp. een waarde van ca 20 microgram. Dit betekent dus dat de massabijdrage wordt gedomineerd door deeltjes kleiner dan 2.5 en voor de helft uit deeltjes kleiner dan 1.0 micrometer.
De andere pieken worden juist gedomineerd door deeltjes tussen 2.5 en 10 micrometer en worden waarschijnlijk veroorzaakt door opwaaiend stof. Er zijn lage waarden die tussen deze pieken in treden op het einde van de dag, als het fietsen is gestopt, tot het moment dat er weer gefietst werd. Waarschijnlijk stond de Airbox dan in een binnenruimte, of lag in een horizontale stand tijdens het opladen, waardoor geen goede metingen gedaan kunnen worden.
De eerste piek begint dus al in Hilversum en heeft een dip op het moment dat het Noordzeekanaal wordt overgestoken, daarna neemt het weer toe tot Hoorn is bereikt.
De volgende dag wordt de tweede piek gemeten, deze begint in Hoorn en Enkhuizen tot Wieringerwerf, en is samengesteld uit meer kleine deeltjes, van lokale herkomst. De hoogste waarde wordt gemeten bij Enkhuizen. Na Wieringerwerf is er de rest van de dag geen meting verricht.
De derde dag begint bij Julianadorp. Tot 11:20 heeft de Airbox geen metingen verricht. De tour is inmiddels bij het duingebied Hargen waar een hoog signaal PM10 wordt gemeten. Dit is verwaaiend stof afkomstig van het duingebied en zoutdeeltjes die door opspattend zeewater in de lucht gebracht worden en die ook als PM10 gemeten worden.
Ook de vierde dag bij Schiphol en Aalsmeer worden concentraties boven 40 microgram gemeten, ook weer voornamelijk in deeltjes groter dan 2.5 micrometer.
Conclusies:
De metingen wijzen erop dat in de kop van Noord Holland hoge concentraties aanwezig zijn van deeltjes tot 2.5 micrometer. Deze deeltjes hebben een lokale oorsprong. Regio Schiphol onderscheidt zich niet ten opzichte van de andere plaatsen waar opwaaiend stof is gemeten.
Wellicht is dit een mooie toevoeging aan het gereedschap. We kunnen nog veel meer maken als dat nodig is mbv andere type sensors: http://www.smartsensors.me/#!smart-cities/chi1