Het antwoord is volmondig “JA!” maar dan dienen er zich verschillende partijen, die vandaag nog de landelijke hiërarchie vormen, los te durven laten en zich opnieuw verbinden aan de multidisciplinaire waardecreatie van AiREAS. Lange tijd bestond het vermoeden dat dit niet ging gebeuren omdat Den Haag vastgenageld zit aan een bepaalde maatschappelijke cultuur die we even gemakshalve het “belastbare consumenten kapitalisme” noemen. Maar recente gebeurtenissen geven aan dat ook in die sferen er dingen gebeuren die de zelfbewuste burger moed geven en aantonen dat men niet stil zit maar zoekt naar de nieuwe vormgeving van de maatschappij.

Zo werd AiREAS recent gebeld door leden van de directies van het Ministerie van Algemene Zaken en van het RIVM. Zij waren nieuwsgierig naar de achtergrond van AiREAS en hoe men op landelijk niveau hiermee om zou kunnen gaan? Het gesprek was heel openhartig en plezierig. Men toonde oprechte belangstelling en was geïnspireerd door de aanpak. Dit gesprek was al voorafgegaan door operationele bezoeken van RIVM aan AiREAS en regelmatige betrokkenheid onderling bij vraagstukken en initiatieven. Denk aan de samenwerking op gebied van ISPEX, de internationale STIR HUB videoconferentie en de gezamenlijke afstemming van kleurcodes om luchtkwaliteit metingen te communiceren met de buitenwereld. Er is een gevoel van openheid en transparantie, een bereidheid om elkaar te steunen ook al staan soms oude hiërarchische (“wij hebben een hogere baas, jullie niet”) beperkingen een formele vorm van commitment in de weg.

De afronding van het POP project met het bijbehorende animatieprogramma heeft de wereld om ons heen laten zien dat AIREAS niet alleen een meetsysteem is maar een multidisciplinaire beweging die de grootste complexiteit met gemak aan kan dankzij bewustzijnsgedreven collectieve actie en cocreatie. In het plaatje hieronder, geleend van het Presencing Institute in USA met een sterke Harvard binding via Otto Scharmer, zien we 4 bewustzijnsniveaus (ego naar eco) en 4 organisatorische lagen (individueel, groep, institutioneel en globaal systemisch). De gehele pijl toont de maatschappelijke transitie aan die allen en alles tegelijk raakt maar niet tegelijk wordt uitgevoerd. De een doet er langer over dan de ander, afhankelijk ook van de graad van complexiteit en verbondenheid aan een oude structuur.

Mooi plaatje waarin het transformatie proces voor iedereen (individueel en institutioneel) zichtbaar wordt

Mooi plaatje waarin het transformatie proces voor iedereen (individueel en institutioneel) zichtbaar wordt

Op 18 Juni werd door het Ministerie Innovatie en Milieu een bijeenkomst “Gezonde en Slimme Steden” georganiseerd waarin AiREAS en de stad Eindhoven als bron van inspiratie werd getoond. De bijeenkomst werd bijgewoond door veel Nederlandse gemeentes en enkele kennisinstellingen. Het werd zichtbaar dat veel gemeentes nog in een hiërarchische cultuur hun oplossingen trachten te formuleren. Deze worden dan al snel gezien als kostenpost terwijl men tracht er een soort ambtelijke business case van te maken.  Veel belangstelling was er voor de AiREAS ronde tafel waar de energie van co-creatie duidelijk werd vertegenwoordigd door de aanwezige leden (Gemeente Eindhoven, Gemeente Breda, ECN en burger initiatiefnemer Jean-Paul Close). Co-creatie is geen kostenpost maar een investering die waarden oplevert die op vele fronten zich uiten en wederkerigheid opleveren die de investeringen ver overstijgen. De stad Eindhoven heeft de hiërarchie los durven laten en is opnieuw in de groep gestapt op basis van gelijkwaardigheid en doelgerichtheid. Het hoger doel is de baas, alle deelnemers dragen bij vanuit talent en inzet.

De vraag is nu of het Ministerie van Innovatie en Milieu vast blijft houden aan de hiërarchie óf dat men los durft te laten en opnieuw verbinden aan de opstart van een landelijke AiREAS. De openhartigheid en betrokkenheid waarmee I&M vorm gaf aan de bijeenkomst gaf het gevoel dat men het AiREAS model serieus overweegt. Dat heeft tevens ertoe geleid dat AiREAS een blauwdruk heeft geformuleerd dat de verschillende landelijke structuren helpt om hun keuzes te formuleren, nog even los van de status van de gemeentes. Gemeente Breda heeft het voorbeeld van Eindhoven gevolgd en is een eigen Local AiREAS Breda gestart waarin de eigenheid van Breda tot uiting komt. Dat is een bevestiging dat de steden bottom-up in beweging zijn en zich laten inspireren door werkende modellen. Top-down lijkt er klaar voor om te gaan faciliteren. AiREAS heeft ondertussen genoeg expertise in huis om de stap naar landelijk met de juiste landelijke partners te gaan maken.

Wordt ongetwijfeld vervolgd……

 

Jean-Paul Close